zondag 27 december 2015

STEFAAN VAN DEN BREMT - Kromzang


Zoals zíjn traditie wil, offreert de dichter, vertaler en essayist Stefaan van den Bremt (1941, Aalst) weer een grote variëteit aan poëzie in slechts één bundel. ‘Kromzang’ bestaat uit 5 delen plus enkele pagina’s aantekeningen die op zich al boeiend zijn. De afwisseling resulteert niet alleen uit de verscheidenheid aan onderwerpen (hier o.a. het belang van de Vlaamse Primitieven, Louis Paul Boon, de Katharen en de dood van moeder) maar ook uit de ‘verwijsborden’ achter de ‘richtingaanwijzers’. Zo begint de bundel al verrassend met:

Ik ben een slecht gedicht.
De beeldspraak sta ik in de weg.
In mij rijmt alles op niets.

Erger nog: ik speel toneel,
ik plagieer Gods adem.


Daarnaast springt Van den Bremt steeds van de ene stijl op de andere. Toch spreekt uit elk register vakmanschap. Deze van levensinzichten getuigende verzen zijn gemiddeld beter dan zijn vroegere werk. Het is niet alleen dankbaar grasduinen in dit boek maar ook hard werken. De dichter roept de lezer namelijk op om, door zo intensief mogelijk te lezen en mee te denken, van verkennen te komen tot (h)erkennen.


Geschreven in opdracht van NBD/Biblion, juni 2015
Uitgeverij: In de Knipscheer


www.alberthagenaars.nl

zondag 22 november 2015

BRIGITTE SPIEGELER - Krijgskunst


Brigitte Spiegeler (1971, Roelofarendsveen), die ook in de beeldende kunst actief is, zorgt voor een poëziedebuut dat meteen een eigen geluid laat horen. De disciplines kennen overeenkomstige uitgangspunten en werkwijzen. Haar gedichten, verdeeld in 7 reeksen, staan bol van de spanningsmomenten, deels door de vele wendingen in de toch al opvallend bondige verhaallijnen, deels door een militair geladen beeldspraak (zie titel) die vooral de taal zelf op de korrel neemt en deels door lexicale vondsten als 'tongslag', 'verzilverbaar', 'faamschenders' en 'taanmoment'.
Andere kenmerken zijn de compacte zegging (ook de gedichten en regels zijn kort), de nodige verwijzingen (die de plaats van uitleg in meer traditionele lyriek innemen) en het beroep op de autonomie van de verzen. Zo bedt Spiegeler haar manoeuvres niet of nauwelijks in; ze worden niet opgebouwd, ze zijn er! Eén citaat:

Wijnkelder gesloten
de haren gespekt met vet
stenen los in de hand
Troebele moederkoek.


Conclusie: ‘Krijgskunst’ is een ongemakkelijk bedoelde maar intrigerend eigenzinnige bundel. Spiegeler telt mee!


Geschreven in opdracht van NBD/Biblion, april 2015
Uitgeverij: In de Knipscheer


www.alberthagenaars.nl

zaterdag 31 oktober 2015

WOUTER GODIJN - De professor en de hyena

De gedichten van Wouter Godijn (1955, Amsterdam) passen ondanks hun originaliteit goed in een poëzierichting die zich sinds enkele jaren manifesteert. Het gaat veelal om werk dat een wijdvertakte thematiek en een onbeperkt aantal onderwerpen kent, neologismen uitstrooit, het stempel van experimenteerzucht draagt en flarden proza opneemt. Humor is er in alle soorten en maten maar meestal komt die absurdistisch over. De omvang van de teksten varieert van pagina’s lange woordenslingers tot mededelingen van slechts enkele woorden, zoals in deze bundel: “Professor gulp alweer vergeten!” Het is taalspel ten top, dat betekenis echter nooit uit het oog verliest (zoals poëzie die alleen taalmuziek wil zijn), integendeel. Ook Godijn is erop uit dat in z’n werk genoeg valt te duiden:


Het onttuimelde zich:
verbluffend gemak, alsof er überhaupt nooit
getuimeld was, én sprong -hoe?-


De lezer waant zich soms op de kermis, met alle toeters en bellen maar ook alle kicks van dien. Degene die bereid is er lang te vertoeven en veel te ondernemen, kan met de nodige prijzen huiswaarts keren.


Geschreven in opdracht van NBD/Biblion, april 2015
Uitgeverij: Atlas / Contact



www.alberthagenaars.nl

woensdag 30 september 2015

PIET GERBRANDY - Voegwoorden

De publicatie van 10 bundels en het winnen van diverse prijzen rechtvaardigen zeker een overzicht van de poëzie van Piet Gerbrandy (1958, Den Haag), die ook als classicus en criticus actief is. De titel verraadt dat de dichter niet alleen verbanden wil leggen maar ook openingen vullen óf maken. Daarnaast dringt de associatie 'vervoegen' zich op. Achteraan in het boek staan 20 verse teksten en een ironische biografische schets. Gerbrandy's gedichten kennen een hoge densiteit aan berichtgeving, taalspel, onderzoek, verwijzingen en humor. Dit alles heeft hij in een originele, smakelijk gebonden verwoording weten te kokkerellen. Soms verglijdt de poëzie in proza maar dat heeft eenzelfde geur. Dit werk eist een inspanning die groter is dan de gemiddelde poëzielezer gewend is te doen. De beloning laat echter niet lang op zich wachten want veel gedichten bezitten een onverwacht grote ruimte waarin het goed dwalen is. Het is ook belangrijk om eigen richtingwijzers te plaatsen; Gerbrandy vraagt niet voor niets:

Wat ging jij hier doen toen je opkwam?
Wat laat jij hier na als je gaat?


Geschreven in opdracht van NBD/Biblion, maart 2015
Uitgeverij: Atlas / Contact


www.alberthagenaars.nl

dinsdag 30 juni 2015

JAN KLEEFSTRA - Melk druppen

In vier delen introduceert Jan Kleefstra (1964, Akkrum), die ook in het Fries schrijft, sober uitgewerkte gedichten waarin autonome beelden, verstilling en een drang naar essentie de hoofdrol spelen. Veel visuele flarden zijn ontleend aan de natuur, vooral wind en water, de elementen bij uitstek van het Friese domein. De structuur van de zegging bestaat uit relatief losse mededelingen i.p.v. uit logisch schakelende zinsdelen. Dat levert treffende momenten op als:

De wind die om de buien raast

de aanloop die je nam
het haar voor de ogen



maar ook uitspraken die weerlegd lijken te willen worden:


teken de lijn
weet dat een stem
nooit voor de ander spreekt



Kleefstra weet met zijn indirecte maar niet aflatende oproepen aan de lezer tot participatie de bundel een grotere semantische densiteit te geven dan het beperkte aantal woorden doet vermoeden. Het zijn dan ook de op meerdere wijzen te duiden verbanden en niet de afzonderlijk gepresenteerde woorden of gedachten die deze poëzie hun originaliteit en spankracht geven. Met een nog scherpere afstelling kan Kleefstra ver komen!


Geschreven in opdracht van NBD/Biblion, maart 2015
Uitgeverij: Aspekt



www.alberthagenaars.nl

donderdag 7 mei 2015

JOHN SCHOORL - Hoor de zieltrein




Hard-bop trompettist Lee Morgan (1938-1972) maakte samen met bekende collega-musici in 1966 het album ‘Search for the New Land’, volgens sommige critici een topprestatie. Bij deze jazz vervaardigde kunstenaar Willem Snitker (1938) een serie knappe linosneden met lyrische inslag. Vijf van de prenten zijn in deze bundel gekopieerd, eentje op de omslag, vier binnen. Journalist en popmuziekkenner John Schoorl (1961) schreef daar op zijn beurt weer gedichten bij: vier maal een cyclus van zeven teksten van elk 6 regels, wat opmerkelijk consistent is voor een muziekgenre dat het toch van vrije expressie en dus improvisatie moet hebben. Niettemin heeft Schoorl zichzelf overtroffen. Zijn toon zindert van levensdrift dankzij de originele beelden; de precieze lexicale stoten in meanderende zinnen; het associatieve klankenspel. Met name onomatopeeën komen veelvuldig aan bod: "tinke tonke raak het water niet aan", "pie-pa-pie van babs met zijn schnaps", "brrrrrushes o brrrrrushes". Poëzie met deze kenmerken kom je niet vaak tegen. De uniciteit heft de eerder beperkte kwantiteit daarom wel op.


Geschreven in opdracht van NBD/Biblion, maart 2015
Uitgeverij: Van Gennep
Ontwerp omslag: Léon Groen
Afbeelding omslag: Willem Snitker


www.alberthagenaars.nl

donderdag 23 april 2015

INGMAR HEYTZE - De man die ophield te bestaan



Zoals een geluidstechnicus de instrumenten en stemmen wegschuift of oproept, ze scheidt of samenvoegt, werkt Ingmar Heytze (1970, Utrecht) met de personages in deze bundel over de naderende geboorte van zijn eerste kind. Hij projecteert zijn zinnen en beelden in de eerste plaats natuurlijk op kernfiguren als vader en moeder, zoon en dochter. Soms wordt hij zo concreet dat hij de namen geeft van personen die voor hem belangrijke waarden en principes vertegenwoordigen, bijvoorbeeld de priester/kosmoloog Giordano Bruno en de psychiater/dichter Frank Koenegracht. Zelfs een levensdronken hommel en een lichtgevende diepzeevis komen aan bod. Daartussen weeft hij een web van veronderstellingen, liefde, angsten, tegenstellingen (mechanisch-organisch) en vooral, zoals in zijn eerdere bundels, verwondering. Heytzes zegging blijft eenvoudig en helder, wat niet betekent dat hij altijd gemakkelijk te duiden gedichten schrijft. De originaliteit en relevantie staan echter buiten kijf: "het zijn de middelen die komen, gaan // de vragen blijven waar ik ben, waar jij, / of iemand ons nog zoekt."

Geschreven in opdracht van NBD/Biblion, maart 2015
Uitgeverij: Podium
Foto auteur: Linelle Deunk


www.alberthagenaars.nl

zondag 29 maart 2015

PETER DU GARDIJN - Wat huid is



Je hebt dichters die op één thema jagen en dat in een net van een gering aantal trefwoorden willen drogen en je hebt dichters die de hele wereld bejubelen en daar alle mogelijke benamingen en motieven op loslaten. Tot de laatste soort behoort zeker Peter du Gardijn (1963, Barneveld), die in 2006 als romancier en in 2007 als lyricus debuteerde. Toch klonteren zijn strofen nooit samen tot een lexicale brij zoals bij nogal wat van z'n collega’s in hetzelfde kamp het geval is. Integendeel, de meest diverse onderwerpen verkrijgen door zijn transparante zegging en vooral zijn goed doordachte verbindingsspel een veel hogere graad van helderheid dan buiten de bundel. Vrijwel elke regel bevat combinaties om over na te denken: "De nooduitgang is een deksel / met een steen erop" of "Een meeuw met een gloeiende kiezel / in zijn bek". De scherpte van de toch al bovenmatig transitieve beeldspraak maakt dat die zelfs de banaalste uitgangspunten overstijgt. 'Wat huid is' bevat authentieke poëzie, vooralsnog helaas voor een beperkt publiek, die ook nog eens een flinke groei suggereert. Volgen dus, deze Du Gardijn!


Geschreven in opdracht van NBD/Biblion, december 2014
Uitgeverij: De Bezige Bij
Foto auteur: Ton Koene


www.alberthagenaars.nl

vrijdag 27 februari 2015

ONNO KOSTERS - Vangst



De poëzie van Onno Kosters (1962, Baarn) staat onophoudelijk onder druk van de wereld, roept die zelfs op. Vanuit alle mogelijke hoeken, door alle kieren, kruipen gebeurtenissen en wetenswaardigheden, hoe banaal schijnbaar soms ook, het aandachtsveld van de maker op. De uitgangspunten in ‘Vangst’ variëren van buikspek met sjalotjes tot een brand en van Homerus’ koningsdochter Nausikaä tot paaldansen. Door steeds veranderende werkprocessen, waarin associaties, voorbehouden, verdraaiingen en humor een grote rol spelen, ontstaan grillige verhaallijnen met een niet altijd relevante maar wel degelijk originele inhoud. Op veel zinnen kun je lang kauwen maar saai zijn ze nooit.

ik herinner me dat ik klaarstond
de klok stil- en de wereld
verderging
zonder dat hij verderging
je niet


Dit houdt in dat de lezer zelf bakens in de gedachtestromen moet oprichten. Lang niet iedereen kan of wil dat doen, zeker niet wanneer poëzie als een spiegel van traditionele eigen waarden moet dienen. Degenen die vooral op taalspel gericht zijn, verrast willen worden, zullen echter blijven graaien.



Geschreven in opdracht van NBD/Biblion, december 2014
Uitgeverij: Atlas Contact


www.alberthagenaars.nl

zondag 25 januari 2015

MARTIJN BENDERS - Wat koop ik voor jouw donkerwilde machten, Willem



Martijn Benders (Mierlo, 1971) liet de gedichten van zijn tweede bundel los als een spreeuwenzwerm in november. Zo ongeordend, vluchtig, grillig maar ook net zo fascinerend en karakteristiek komen ze althans over. Het boek kent dan ook, consequent, indeling noch inhoudsopgave. Lang niet alle teksten lijken qua overdracht relevant maar wel zijn ze allemaal te omschrijven met niet minder losse begrippen als dartel, associatief en vrij. Veel fragmenten zijn uitwisselbaar en wie weet was de dichter daar ook op uit. Een voorbeeld: “De hoerenbar is voor het schappelijk ego. / Het heeft iets communistisch, net als spinazie. // De monetaire eenheid moet niet ter discussie staan.” Benders heeft dus gelukkig humor hoog in zijn driftig wapperende vaandel staan. Het autonome taalspel is minstens zo belangrijk als de inhoud. Dat maakt deze poëzie op de eerste plaats boeiend voor lezers die de woorden en beelden als klei, verf of klanken kunnen beschouwen in plaats van als berichten. Er kan echter met gemak over duidingen gefilosofeerd worden: “Alles om eindelijk woordaf te zijn.” Origineel werk!

Geschreven in opdracht van NBD/Biblion, november 2014
Uitgeverij: Van Gennep
Foto: ?


www.alberthagenaars.nl