vrijdag 8 februari 2013

JO GISEKIN - Dooitijd



“Witte kant. Appelbloesem rond de hals van vrouwen.” Vanuit soortgelijke verrassende beelden laat Jo Gisekin (ps. van de in 1942 te Gent geboren Leentje Vandemeulebroecke) de gedichten van haar uit 6 reeksen bestaande nieuwe bundel ‘Dooitijd’ op schieten.
Tal van details, elementen uit de waarneembare werkelijkheid, in dit geval o.a. bloemen en stoffen, worden opgeladen tot verzelfstandigde symbolen die niettemin vervolgens thematische verbanden aangaan. Formeel zet Gisekin daar onregelmatige strofen voor in.
Een eigenzinnig maar geraffineerd ritme, een nadrukkelijk vrouwelijk perspectief en een ideëel streven naar zuiverheid vervolmaken deze rijpe gedichten. Soms scheren ze langs de poëzie van Vasalis maar ze blijven altijd warmer van toon dan dat werk. Het grootste gevaar, mooischrijverij, blijft op de hachelijkste momenten nog net buiten de bundel.
‘Dooitijd’ zal vooral traditionele lezers aanspreken zonder andere evenwel aan zich voorbij te laten gaan. Regels als “Ik zal je wekken:// je enige bewoner / de hartslag van dit geheim” zijn daarvoor te mooi, te indringend tegelijk ook.
Eén van de meest treffende gedichten volgt hieronder integraal:



HET GEWONDE HERT

Frida Kahlo

Ik of het hert
met gemartelde ogen. Het hart doorspiest van
zenuwpijn die laait in al mijn tere plekken. Huid
en lijf verschroeid. Zoveel liefde op drift.

Het ontbreekt me aan jou. En aan mij. Aan
nachten die je mij niet meer gunt. Noch het
haar op mijn hoofd.

Het penseel is mijn noorden kwijt.

Hoe kan ik verdwijnen? Wie omarmt de dood of
het schot van de jager en spijkert het gewei binnen
handbereik? Teken van zerp verdriet?

Ik verzegel mijn poten en leg me gestroopt
in een open kuil. Zalft iemand mijn ogen?
Een kind streelt mijn vacht. Stuiptrekkend
verteert het hart.

Ik wil met gesloten wimpers de tijd zien vergaan.
Postuum scheurt applaus de stilte open.



Geschreven in opdracht van NBD/Biblion, januari 2013.
Uitgeverij Poëziecentrum Gent. € 17,50.



www.alberthagenaars.nl