woensdag 17 februari 2021

JOEP KUIPER - Monarchieën


Poëzie wordt al eeuwenlang verdeeld in een apollinische richting en een dionysische, ofwel een dichtkunst die idee, harmonie en beheersing voorstaat versus die van roes en vervoering.
Joep Kuiper (º1981) behoort in tegenstelling tot de meeste NL dichters duidelijk tot de tweede groep. Nu moeten gedichten het zeker niet van de logica hebben maar een teveel aan vreugdekreten en associaties is eveneens funest. En dat precies is Kuipers zwakste punt in zijn eersteling, die uit 6 delen bestaat. Hier en daar komt hij origineel uit de hoek maar over het algemeen lijkt hij de revolte van de Vijftigers in z’n eentje nog eens dunnetjes over te willen doen. Hij opereert daarbij niet bepaald kritisch getuige tekstbrokken als:


Waar water uit mijn borst
groeit liggen nonnen in mijn nek
begraven schoon als kanker clusters knobbel-
mijn mijn mij-
nen van vlees de bevrijdende bacterie.



Van zulke regels is het boekje vergeven, als onkruid verstikken ze de werkelijk boeiende beelden. Dit debuut had kunnen slagen bij ja, toch meer beheersing zonder iets aan het eigene van Kuiper iets af te doen.




Geschreven in opdracht van NBD/Biblion, november 2003



www.alberthagenaars.nl


Zie ook:

Frozen Poets - Beelden, graven en andere sporen van dichters

Lange kritieken, gepubliceerd op De Verborgen Hoek

Nederlandstalige gedichten in Indonesische vertaling