vrijdag 2 november 2012

JANE LEUSINK - Tot alles goed strak staat


Merkwaardig toch; ondanks de titel heeft Jane Leusink (º1949, Velp) veel woorden nodig voor haar meeste gedichten. Die krijgen daardoor wel genoeg melodieuze ruimte maar staan slechts zelden strak. Gelukkig compenseerde de dichter dat deels met een strenge structuur van 8 reeksen van telkens 3 teksten, doorgaans lang, waarin middels herhalingen reflecties over en weer gaan en de duiding verschuift. Ook roept ze binding op met ruimhartig toegepaste klankovereenkomst die soms subtiel, soms overdadig werkt. Deze vierde bundel is een weefsel van welluidend verwoorde maar grillig op elkaar aansluitende verhaallijnen met tal van poëtische verknopingen. De ruimte tussen de momenten waar het op aan komt is evenwel vaak te groot. Inhoudelijk bestrijkt Leusink een groot aantal onderwerpen, variërend van alledaagse elementen tot bizarre situaties. De taal zelf schemert trouwens ook thematisch door alles heen. Niet voor niets vormt de regel/titel ‘het gedicht is een werkwoord’ een snoer. Wie graag zoekt kan z’n hartje ophalen. Wie helderheid verkiest zal de ‘woordenbrij’ snel terzijde leggen.

Geschreven in opdracht van NBD/Biblion, juli 2011.

www.alberthagenaars.nl