woensdag 26 december 2012

JOB DEGENAAR - Vluchtgegevens



De poëzie van Job Degenaar (º1952, Dubbeldam) gaat inhoudelijk uit van de waarneembare werkelijkheid maar is bepaald niet alledaags. Zij gebruikt geenszins grote woorden maar beschrijft wel grote zaken die zich vooral in het privé domein voordoen en zet daartoe ook de nodige tegenstellingen in zoals liefde-overspel, reislust-nestdrang en doodsangst-levensflakkering.
De goed gekozen titel suggereert meerdere ruimtes en daagt de lezer uit de teksten op verschillende wijzen te benaderen. Tot de vluchtwegen behoren ook, verdubbeld natuurlijk, de mogelijkheden om beeldende kunst te doorgronden, in dit geval werken van Michelangelo en Van Gogh.
Vanwege hun ingehouden toon vallen Degenaars gedichten niet meteen op in de branding van de constante toevloed aan bundels. Ze bieden echter meer verdieping dan veel om aandacht schreeuwende uitgaven. In elk vers staan prachtige, voldragen beelden waar over nagedacht moet worden, bijvoorbeeld:

Uit hetzelfde marmer gehouwen
lijken ze in weinig op elkaar
zo plots werd hun lot versmolten.


In de omslag is een schijf gestoken met Degenaars stem die 17 verzen voorleest.


www.alberthagenaars.nl


vrijdag 2 november 2012

JANE LEUSINK - Tot alles goed strak staat


Merkwaardig toch; ondanks de titel heeft Jane Leusink (º1949, Velp) veel woorden nodig voor haar meeste gedichten. Die krijgen daardoor wel genoeg melodieuze ruimte maar staan slechts zelden strak. Gelukkig compenseerde de dichter dat deels met een strenge structuur van 8 reeksen van telkens 3 teksten, doorgaans lang, waarin middels herhalingen reflecties over en weer gaan en de duiding verschuift. Ook roept ze binding op met ruimhartig toegepaste klankovereenkomst die soms subtiel, soms overdadig werkt. Deze vierde bundel is een weefsel van welluidend verwoorde maar grillig op elkaar aansluitende verhaallijnen met tal van poëtische verknopingen. De ruimte tussen de momenten waar het op aan komt is evenwel vaak te groot. Inhoudelijk bestrijkt Leusink een groot aantal onderwerpen, variërend van alledaagse elementen tot bizarre situaties. De taal zelf schemert trouwens ook thematisch door alles heen. Niet voor niets vormt de regel/titel ‘het gedicht is een werkwoord’ een snoer. Wie graag zoekt kan z’n hartje ophalen. Wie helderheid verkiest zal de ‘woordenbrij’ snel terzijde leggen.

Geschreven in opdracht van NBD/Biblion, juli 2011.

www.alberthagenaars.nl




zondag 28 oktober 2012

GERMAIN DROOGENBROODT - In de stroom van de tijd


Er zijn weinig auteurs zo mobiel als Germain Droogenbroodt (1944, Rollegem). Zijn reizen leverden vertalingen over en weer en internationale contacten op. Deze invloeden doen zich ook gelden in zijn eigen gedichten. In de 2e druk van deze bundel uit 2008 (twee delen met ‘Meditaties in de Himalaya’s’) zijn vooral de filosofische gerichtheid en een oosters aandoende spiritualiteit van belang. Hoe boeiend op zich ook, de vraag is uiteraard of dit alles goede poëzie heeft opgeleverd? Helaas niet voldoende. Dat wil zeggen, de hoeveelheid pseudowijsheden, mankerende beelden en vage bewoordingen overtreft het aantal originele momenten. De poëzie stelt nu eenmaal eigen eisen. Zinsneden als "Alles verklaart zich in het onverklaarbare" en "de klaproos bloedt, bloedt uit de doorgesneden polsen van het lippenkraal dat schipbreuk lijdt in de stapelwolken" zijn geen zeldzaamheid.
Alle teksten (inclusief inleiding en biografische informatie) zijn dankzij Rafael Carcelén García ook in het Spaans afgedrukt. Tussendoor staan passende maar te klein weergegeven tekeningen in z/w van Frans Minnaert.

Geschreven in opdracht van NBD/Biblion
Uitgeverij: Point Editions
Foto:

www.alberthagenaars.nl





zaterdag 29 september 2012

EMMA CREBOLDER - Vallen


Een dichter die zich richt op één basiswoord en in dat proces veel samenstellingen en afleidingen betrekt, creëert natuurlijk een ideale mogelijkheid diep in de lexicale rijkdom van een taal door te dringen, zeker in die van het smeuïge Nederlands. Emma Crebolder (1942, Sint-Jansteen), een dichter die vanaf haar debuut in 1979 toch al bij voorkeur ongebaande wegen volgt, graaft en zwoegt niet zozeer maar etaleert spelvormen die op de beste momenten elegant genoemd mogen worden. Alle teksten cirkelen rond het titelwoord vallen: knieval, valscherm, valreep, navaal, aanval etc. Haar gedichten, ditmaal 25 stuks slechts met elk 2-regelige strofen, zijn kort zonder gauw uitgelezen te kunnen worden en helder zonder aan raadselachtigheid in te boeten. Ook van contrasten weet zij zich te bedienen, bijv. bij de vingers van een pianist: “Hoor hoe zijn vingers vallen / na het doorsnijden van de pezen.” Juist omdat deze poëzie afstand wil houden van de hoofdstromingen kan zij vanwege de verfijnde suggestie en de originaliteit een verrassing voor veel lezers worden, met of zonder “valgat”!


Misschien kom ik jou toch nog halen.
Mijn voeten liggen hier voor me.

Jij herkent vast de wegen niet meer.
Er zijn kraters ontstaan. De eekhoorns

blijven tsj tsj altijd in de aanvalshouding,
daarna zwieren ze van varenbos

naar twijg en terug. Ik heb
de spookacrobaten nooit zien paren.

En zo voeg ik voor ons een pauze in.
Alleen, met mijn benen samen.




Geschreven in opdracht van NBD/Biblion
Uitgeverij Nieuw Amsterdam
Foto: Foto Pers Buro Wildershoven

www.alberthagenaars.nl

vrijdag 24 augustus 2012

MOSHE DOR - En bij het begin al

De in 1932 te Tel Aviv geboren Moshe Dor is een van de belangrijkste Israëlische dichters, getuige o.a. het winnen van de prestigieuze Bialikprijs in 1987. Shulamith Bamberger tekende niet alleen voor de vertaling maar ook voor de selectie van de gedichten waarbij zij er tevens voor zorgde dat alle perioden in Dors werk aan bod kwamen; van diens vroege vitalisme tot het bezonken werk van de laatste jaren. Omdat alleen het Nederlands opgenomen is, kan de vertaling niet beoordeeld worden. Alle gedichten (30 stuks) hebben een eenvoudige vertelvorm, waardoor ze makkelijk bereikbaar zijn voor het grote publiek. Vele ervan vinden hun inhoud in oude Joodse bronnen, die in relatie met actuele motieven gebracht worden. De belangrijkste thema’s zijn: de identiteit(en) van Israël en haar inwoners en bijgevolg de verhouding tussen het individu en de wereld.

Ortsion Bartana schreef een mooi, drie bladzijden tellend nawoord. Bestelling van deze bundel is een mooie kans om een stukje cultuur in huis te halen van een land dat in verschillende opzichten een sleutelrol in onze actuele wereld speelt.



BALLINGSCHAP

Je trekt je langzaam, maar tot op veilige afstand terug
in een innerlijke ballingschap. En komt buiten
de adem van sinaasappels als een afgebroken echo van
echtheid voorbij vliegen, dan is dat niet meer nodig.
Ik doe de boekhouding van mijn herinneringen en ik huil
dronkemanstranen over elke fout:
mijn eigen land, een scala van smaken en geuren,
een licht aanraking, iets van een kledingstuk.
En de afstand neemt toe, met ongehoorde volharding,
en ineens is je gezicht vreemd, als was het vermomd met huid,
en een gouden stem fluistert me toe dat de bestemming
zoveel verdiepingen is, in vogelvlucht.



Recensie: Albert Hagenaars, voor NBD/Biblion
www.alberthagenaars.nl
Uitgeverij: Marsyas, 1988.








zaterdag 14 juli 2012

BEN KNAPEN - Langs de straten van Jakarta

Krantenman en buitenlands correspondent Ben Knapen (º1951, Kaatsheuvel) wilde een stadswandeling door Jakarta maken maar dan vooral gericht op de inwoners van deze gistende metropool vol gierende tegenstellingen. Hij bundelde een aantal van zijn eerder in NRC-Handelsblad verschenen columns over respectievelijk jongeren en hun baantjes; welvarende families in hun residenties; en venters die op straat hun meestal schamele kost verdienen. Het stramien van alle stukjes, elk ongeveer 2 pagina’s tekst plus enkele foto’s (genomen door A.D. Salman), is telkens hetzelfde; op luchtige, nu eens bewonderende dan weer ironische, toon geeft hij de gedachten, omstandigheden en ambities van zijn gesprekspartners weer. Het grote pluspunt van dit boekje is dat het direct aansprekend inzicht geeft in een dagelijkse realiteit die in de meeste reisboeken over Indonesië achterwege of onderbelicht blijft. Er zit evenwel weinig diepgang in, daar moet de lezer zelf voor zorgen. Het is ideaal om het al mijmerend beetje bij beetje te lezen: op reis, in bed, wachtend bij een ‘gerobak’. Als je het in één keer leest werkt de formule niet meer en wordt het saai.

Recensie: Albert Hagenaars, voor NBD/Biblion
www.alberthagenaars.nl
Uitgeverij: Conserve, 2008

zaterdag 23 juni 2012

ESTER NAOMI PERQUIN - Celinspecties

De technisch overkomende titel staat in flagrant contrast met de emoties en gewaarwordingen die Ester Naomi Perquin (1980, Utrecht) in haar derde bundel tracht op te roepen. Zij doet dat vaak in over de regels heen lopende zinnen die de indruk wekken in proza uit te willen monden. Precies op het juiste moment is er dan een blok of buffer. Perquin weet dus wat timing is. In de meanders, zo belangrijk voor het meeslepende ritme, liggen zandbanken van onheilspellende mededelingen en scherpe beschrijvingen, soms boven, soms onder water. Perquin zorgde voor een originele bouw: elk van de 10 delen begint met een vers dat een mannelijke voornaam en initiaal van achternaam als titel draagt. Verzonnen of niet, als namen van gevangenen (Perquin werkte in een penitentiaire faciliteit) passen ze perfect bij die van de bundel. Als afspiegeling van een cel blijven ze uiteraard in omvang beperkt. De gedichten ontlenen een meerwaarde aan deze benauwende perspectieven, evenals aan de thematiek van schuld en boete die nog aangezet wordt door geraffineerde, zelden haperende verschuivingen in de relaties tussen dader en slachtoffer en waarnemer. Ja, goede poëzie!



Geschreven in opdracht van NBD/Biblion.
www.alberthagenaars.nl
Uitgeverij Van Oorschot, 2012.

vrijdag 25 mei 2012

DE TOVERHAZELAAR - Turing Nationale Gedichtenwedstrijd

Maar liefst ruim 10.000 teksten van 2227 dichters kwamen bij de organisatie van de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd binnen. Aan de belangstelling voor dit ten derde male gehouden concours hoeft dus niet getwijfeld te worden. Afgezet tegen dergelijke klinkende cijfers valt de gemiddelde kwaliteit dan toch tegen. Het is geen toeval dat de bijdragen van de bekendste dichters, met name Paul Gellings en David Troch, tot de beste behoren. Ook die van Hilde van Cauteren, Johan Clymans en Paul Roelofsen doorstaan met gemak de meest zure blik. De Vlaamse inbreng, in 2011 voor het eerst toegestaan en wellicht daarom nog slechts 314 respondenten groot, was meteen veelzeggend, al was het maar omdat Troch (1977, Bonheiden) er met de hoofdprijs van € 10.000 vandoor ging. Eveneens opvallend is de nadruk op humor in nogal wat verzen, waarbij ironie en eufemistische beschrijvingen favoriet bleken bij de jury. De bijbehorende boekuitgave heeft vooralsnog meer waarde als signalement en verslag van de prijsvraag dan als drager van voldoende goede poëzie maar dat kan in komende edities nog verkeren.



SPOKEN VAN REMBRANDT

Glans en daglicht langzaamaan geoxideerd
tot avond met een ander, dieper perspectief
in de alkoven thuis had men elkander lief
en bij de hoeren werd het vlees geëerd

in gezelschap van het vroeg gestorven kind
in ons ontwaken wij nog steeds om twaalf uur
nu erop uit! het feest is slechts van korte duur!br>
gelukkig kent onze kapitein de route blind

men hoort de lansen op de Kloveniersburgwal
men ziet de vlammen op de toortsen trillen
en kijk, daar is de Dam, het Damrak al

dan verstrakken wij weer wanneer in de prille
zon de vensters hier opeens gaan zinderen
en wij alleen nog leven in het oog van kinderen


Paul Gellings



Geschreven in opdracht van NBD/Biblion.
www.alberthagenaars.nl
Uitgeverij Augustus, 2012.

vrijdag 27 april 2012

BENNO BARNARD - Krijg nou de lyriek




Een opgedrongen cadeau voor de lezer, een verwensing, verbazing om eigen handelen? Benno Barnard (º1954, Amsterdam) zou zichzelf tekort doen als hij niet ál deze mogelijkheden van zijn titel bedoelt. Het ironische is dat hij de drie delen van deze bundel qua dictie juist overwegend prozaïsch weergeeft. De vrije toon, de gedurfde maar zelden falende beeldspraak en de rijke klankovereenkomst maken evenwel onmiskenbaar poëzie van zijn teksten. De eerste is uiterlijk gemodelleerd naar ‘Zone’ van Apollinaire en korter dan de beide andere die aparte gedichten bevatten.

Barnard gooit gebeurtenissen van verschillende tijden en plaatsen in z’n ketel, voegt er pittige kruiden aan toe en komt, gelukkig zonder veel te roeren, tot een stijl die zonder meer de zijne genoemd mag worden. Inhoudelijk staat een onvermoeibaar streven naar identiteit voorop, van zowel het individu als het westen, uiteraard in conflictsituaties. Hoe somber de staat van de mens ons ook mag stemmen, Barnards gedichten getuigen ondanks hun maker van hoop en geloof! En met wát een vitaliteit krijgen die gestalte, bravo!


AAN KONING ALBERT

Je hebt in die bevende bejaarde, op het schild
getild door grote kinderen, een oeroud vertrouwen:
iemand moet de vader zijn van iedereen,

en je zal vechten voor dat geloof tegen de coup
van de scepsis in het paleis van je hersens-
weg met de moderniteit: zij heeft jou gebaard;

ze is gestorven en haar lijk verplettert je bijna.
Een rustgevende oude man (die wat wankelt)
behoedt de wijsheid; en zijn tremor streelt je

over je onrustige hoofd. Nu haasten citaten
zich door de gangen; een hijgende bode apporteert
als een hond documenten; democraten bonken

om toegang. Een collega schreef - vergeef hem,
sire - dat uw hoge liegen door bleef gaan,
maar dichters liegen zelf en hij herriep het weer;

een lichte wrijving tussen vorst en onderdaan
is trouwens heilzaam. Die overweging zij een troost
wanneer uw volk weer eens niet thuiskomt 's nachts.

U bent niet machteloos, en om terug te komen
op de subjectieve mens: maak hem uw genade
duidelijk, en ook uw soort apartheid, papa.



In opdracht van NBD/Biblion, 2011.
Foto: LaiLai Hui, 1999.

www.alberthagenaars.nl



donderdag 15 maart 2012

DAVID VAN REYBROUCK & PETER VERMEERSCH - Neem bijvoorbeeld graniet


De Europese grondwet in verzen? Jawel, mede als een reactie op het al jaren durende Unie-gestuntel besloten wetenschappers/schrijvers David van Reybrouck en Peter Vermeersch tot een poëtisch alternatief. Met steun van 52 dichters uit de betrokken landen en zelfs uit bijv. Algerije en India (maar allen wonend in de EU) stelden zij een caleidoscopisch overzicht samen van wat de deelnemers in versvorm aan mogelijkheden zien. Uit onze contreien zijn er bijdragen van o.a. Gerrit Komrij, Geert van Istendael en Tsjêbbe Hettinga. De tekst is weergegeven in de originele taal en in Nederlandse vertaling en richt zich naar indelingstitels als Preambule, De grondwet, Beginselen, Europese hymne en Slotbepaling. De lezer die wil zien wie wat nu precies geschreven heeft, moet soms flink puzzelen maar dat mag de pret niet drukken. Een zekere verwarring hoort nu eenmaal bij het superverbond, niet in het minst qua taal. Het boek is een kwalitatief wisselend maar toch steeds weer prikkelend resultaat geworden dat alleen al vanwege de actualiteit een plekje in elke bibliotheek verdient.



In opdracht van NBD/Biblion
Uitgeverij: De Bezige Bij, 2011.
www.alberthagenaars.nl

vrijdag 24 februari 2012

DIDI DE PARIS - Boks


Het werk van de als punkperformer begonnen Didi de Paris (1957, Leuven), meestal hilarisch, soms studentikoos en heel soms verontrustend, is altijd doordesemd van maatschappelijke betrokkenheid en dus optimaal gericht op het activeren van het publiek. Zijn opmerkelijk late poëziedebuut 'Boks' is een mengsel van referenties (vooral naar historische personages en gebeurtenissen), citaten, mystificatie, ironie en, in mindere mate, typografische opsmuk. De bundel bevat ook een dvd. Beide dragers getuigen van een maximale inzet; De Paris swingt en staat dankzij zijn uitbundige en originele beeldspraak niet één saai moment toe.


VIS Ô-arkt

Vis, vis, verse vis die deze nacht
gevangen is ! Overspoeld door de mensenzee
zijn de getijden vervangen door shifts
en heeft The Secret Agent de biologische klok
eindelijk tot ontploffing gebracht. Hier wordt geleefd
dag en nacht – Nooit meer slapen.

Sous les pavés la plage? Of is het de hel?
Men stoot op water, temt recht begraaft de rivier
ze loopt onder of over, verzandt of verzinkt in het niets
kan op- of onderduiken, los weken, de vrije loop breken –
Of het is een stroom – Alleen dode vissen zwemmen mee.

Men verkavelt meandert, overbrugt of dito dekt de delta –
Nog ruikt men de vis en hoort men de zee in de schelp
van een oor. Niemand vindt de toegang
tot de onderaardse parking
blank gezegd – Geregeld meren sloepen aan
& door de stegen dwalen verhalen, hoort men wijven kijven
gebral in de wind, een scheet in een fles, een gezegde
dat na het zwemmen blijft steken
in de buis van Eustachius.

(…/…) 
(…/…)

Over de rivier hebben lieden met een markt
van goud een zwerk van hout gebouwd.
Men wou boter bij de vis - En de rivier die afgedropen is :
het kabbelt, het pruttelt, het borrelt, het bruist.
Het lekt, zeikt, sijpelt en gist. In de buik van de stad,
in de darmflora, zijn uiterst kleine mannetjes aan het werk.

Het zijn de Amerikanen! aan wie de burgemeester
zonder zich te schamen pardoes de riolen
cadeau heeft gedaan. Voor fikse fiscale voordelen
mogen de volgende vijftig jaar, de heren onze riolen soigneren.

Als krekels gaat de Vijfde Colonne te keer in onze Lilliput
Disney Matchbox Styx; voelen zich in dit meer
van stront en beer als een vis in het water.

In hun rijk gaat de zon nooit onder (of op) - met hun
special forces, boekhoudkundige spitstechnologie
en uiterste precisie mag het uitverkoren volk
voortaan tot aan hun middel in ons vuil gaan staan.

Opgeruimd staat netjes, en van alle klanten
weten wij ons best verzekerd tegen rampen.



De hoge mate aan grilligheid op allerlei punten maakt de teksten echter niet "onmiddellijk begrijpelijk voor iedereen" zoals de omslagtekst beweert. Eerder is het omgekeerde het geval, en gelukkig ook maar. Een grotere toegankelijkheid zou beslist afbreuk doen aan de waarde van deze kronieken, die nog aan betekenis winnen waar ze aantonen dat de absurditeit van de ‘dagelijkse realiteit’ die van hun maker wel degelijk kan overlappen. Een poëtisch geslaagde lancering!




In opdracht van NBD/Biblion.
Uitgeverij In de Knipscheer, 2012.
www.alberthagenaars.nl

maandag 9 januari 2012

PETER HOLVOET-HANSSEN - De reis naar Inframundo



Wie taalavontuur zoekt kan bij veel dichters terecht maar zal bij Peter Holvoet-Hanssen (º1960, Antwerpen) daadwerkelijk heel wat afstanden overbruggen, de meest uiteenlopende en verrassende bewegingen ondergaan. Meer dan in het handvol tot nu toe verschenen bundels valt dit uiteraard op in deze royale bloemlezing ‘De reis naar Inframundo’, waarvoor de teksten in nieuwe thematische benaderingen werden gerangschikt.
Inframundo betekent onderwereld of dodenrijk en ja, de auteur wenkt de lezer vaak naar dit domein. Toch vormen die verwijzingen vooral bastonen in een compositie die dankzij het bruisende taalgebruik en de inhoudelijke vlooiensprongen veeleer een ode aan het leven is. Knap is dat Holvoet-Hanssen de onderdelen, en ook fragmenten, ondanks alle registerwisselingen stilistisch bijeen houdt, z’n winkel van sinkel zelfs de allure van een warenhuis in Dubai verleent. Dit overzicht, met voor de meeste poëzieliefhebbers wel wat van hun gading, staat echter geen vrijblijvend graaien toe.
Zoals Holvoet-Hanssen achter in het boek aankondigt: “En ik? Ik kom spoken in je spiegel, schelm.






In opdracht van NBD/Biblion.
Foto: © Albert Hagenaars, 26 februari 2012.
Uitgeverij Prometeus, 2011.
www.alberthagenaars.nl