maandag 29 januari 2018

WILLEM VAN ZADELHOFF - Het ei van Fabergé


Willem van Zadelhoff (1958, Arnhem), die ook romans, essays en kritieken (over Duitse literatuur) schrijft, publiceerde zijn tweede poëziebundel. De titel verwijst naar de geraffineerde kunstwerken in de vorm van een paasei door de tsaristische hofjuwelier Peter Carl Fabergé. Wellicht noteerde de dichter daarom: "Het meeste heb ik van achter glas gezien” en “de andere kant van het glas.”


De gedichten, samen zo’n ei, profileren zich door een lichte, wrange humor; een spaarzame interpunctie; een eenvoudige zegging; onderwerpen uit de dagelijkse realiteit en vooral vervreemdende effecten die regelmatig een vaag gevoel van dreiging oproepen. "treinen zijn niet boos // en hoe viel mijn bestaan te rijmen met rinkelende spoorwegovergangen?"

Meestal is de tekst geordend in strofen, soms rolt hij uit in een stroom van observaties en mededelingen waarin de lezer zelf een hiërarchie mag aanbrengen. Vrijwel alle verzen zijn in reeksen ondergebracht, wat de compositie diverse perspectieven biedt, afronding suggereert en de onderlinge bindkracht zeker te stade komt.


Geschreven in opdracht van NBD/Biblion, november 2015.




Zie ook:
Frozen Poets - Beelden, graven en andere sporen van dichters

Lange kritieken, gepubliceerd op De Verborgen Hoek

Nederlandstalige gedichten in Indonesische vertaling

www.alberthagenaars.nl

CARLINE DEKKER - Daarom ben ik hier


De uit Zeeland afkomstige Carline Dekker (1995), momenteel studente in Utrecht, debuteert met gedichten die zowel onschuld en breekbaarheid uitdrukken als ondernemingszin en vastbeslotenheid. In vier delen verkent ze zichzelf en anderen, verliefdheid en lust alsmede de verschijningsvormen van de wereld in concrete locaties als het ouderlijk huis, een parkeerplaats, een bar, een tuin e.d. Ook heeft ze aandacht voor het bereik van de woorden, de mogelijkheden van de taal zelf, wat natuurlijk niet vreemd is voor iemand die international communication & media studeert:


ik overpeins de woorden terwijl ze
op mijn tong liggen, rol ze om en om
als deeg op een keukenblad.


Haar zegging mag dan wel bewust eenvoudig zijn, soms komen zinnen en beelden onbeholpen over. Een bijkomend voordeel daarvan is dan wel een versterking van de lichte vervreemding die door deze verzen vlaagt. Dekkers entree in de poëzie is zeker niet over de hele lijn overtuigend genoeg maar toont wel duidelijk waar haar sterke punten liggen en die snakken naar zowel een verlenging als een verbreding.


Geschreven in opdracht van NBD/Biblion, mei 2015.




Zie ook:
Frozen Poets - Beelden, graven en andere sporen van dichters

Lange kritieken, gepubliceerd op De Verborgen Hoek

Nederlandstalige gedichten in Indonesische vertaling

www.alberthagenaars.nl