dinsdag 31 augustus 2021

GEERT JAN BEECKMAN - Woestijnzucht


Het is boeiend om te zien hoe Geert Jan Beeckman (1961, Welle) met een eenvoudig verbaal palet toch een grote densiteit in betekenis weet te bereiken. Dat begint al in de titel met z’n dubbele duiding: 1) diepe uitademing en 2) lust.

In deze vierde bundel, bestaande uit een introducerend vers en 7 delen, richt Beeckman zich op verplaatsingen in tijd en ruimte, in zijn eigen woorden “Uren door lengte en lengte door lege plekken.” Nog meer dan verwijzingen naar specifieke locaties als Calais, Lissabon en Praag zijn veronderstelde plaatsen van belang.
De poëzie zit ’m niet alleen in de zinnen maar ook in de relaties ertussen, waar gedachten en beelden grillig verspringen. Er zijn opvallend veel prikkelende aansporingen en vragen, zodat de aandachtige lezer zich niet afzijdig zal houden. Bovendien speelt vervreemding een rol, meestal het resultaat van een geraffineerde en compacte zegging: “Op foto’s is het al maal nu.” De dichter grossiert in dit soort markante uitspraken, geen strofe is saai!

De foto’s, eveneens van Beeckman, komen helaas minder goed tot hun recht dan de gedichten.




Geschreven in opdracht van NBD/Biblion, juli 2021



www.alberthagenaars.nl


Zie ook:

Frozen Poets - Beelden, graven en andere sporen van dichters

Lange kritieken, gepubliceerd op De Verborgen Hoek

Nederlandstalige gedichten in Indonesische vertaling





STEFAAN VAN DEN BREMT - Stemmen uit het laagland


Het kan niet uitblijven; naarmate een vereend Europa steeds meer vorm krijgt, verschuift ook de aandacht voor de eigen, al dan niet bedreigde identiteit, zeker bij kunstenaars. Stefaan van den Bremt (º1941) maakte hier een thema van, zie titel, dat echter niet steeds nadrukkelijk aan bod komt. De schurende werking van de tijd, al eerder door hem behandeld, is feitelijk belangrijker.

Hij maakte een bundel die veel perspectieven kent maar ook veel verschil in kwaliteit. Zo beschrijft hij vruchten en bloemen die een grote symboolwaarde hebben; een oude moeder op de definitieve grens; de complicaties van de liefde; het Brusselse Sint-Michielsbeeld; het Vlaamse platteland.
Zijn taal, soms ook onderwerp, is meestal ingehouden, soms te voorzichtig, zodat de poëzie spankracht verliest. Hele strofen blijven in proza steken. Van den Bremt is op z’n best wanneer hij nieuwe vormen zoekt, bijv. in het spel met wisselende stemmen (nu eens ‘bezonnen’, dan weer ‘dreinend’) in de slotreeks.



Wat nu nog voor me ligt
is niet ver van me af
en zo diep als toekomst
die ik voorland noem.





Geschreven in opdracht van NBD/Biblion, april 2001



www.alberthagenaars.nl


Zie ook:

Frozen Poets - Beelden, graven en andere sporen van dichters

Lange kritieken, gepubliceerd op De Verborgen Hoek

Nederlandstalige gedichten in Indonesische vertaling