donderdag 8 september 2011

MARK VAN TONGELE - Met de plezierboot mee


Ook in de poëzie heb je nog diverse gilden: die van zangers, bouwers, denkers, verkenners, jongleurs… De Vlaming Mark van Tongele (º1956) hoort het duidelijkst bij de laatste groep. Kort na het grote overzicht, ‘Gedichten’, uit 2005, verklapt de titel van deze nieuwe bundel dat taal voor de dichter veel, zoniet alles, met plezier te maken heeft. Talrijk zijn dan ook de neologismen (o.a. ‘doodslagerig’, ‘plasmapolka’ en zelfs ‘plofzangdagklankgewaarwording’) en andersoortige verspringingen in de betekenis. Hij kan geen woord met rust laten; moet het proeven, opgooien, wegen voor het een definitieve plaats krijgt, waar het dan nog blijft vibreren. Het is dus zeker opwindend zijn gedichten te lezen, die qua uitwerking ondanks de opzet in 4 afdelingen, ver uiteen kunnen lopen, rennen, vliegen.
Dat neemt niet weg dat de inhoud regelmatig klaagt over speloverlast. Niet alle jolijt voert naar een duidelijke zingeving. Een betere balans daartussen zou deze poëzie in kwaliteit verheffen. Maar zou van Tongele dan nog genoeg eigenheid overhouden? Alleen hijzelf kan die vraag beantwoorden.

Recensie: Albert Hagenaars, in 2007 geschreven voor NBD/Biblion.
www.alberthagenaars.nl