zaterdag 18 februari 2017

HESTER KNIBBE - oogsteen


Als de poëzie van Hester Knibbe (1946, Harderwijk) getypeerd moet worden, dan springt op de eerste plaats haar vermogen in het oog om personages, objecten en gewaarwordingen te verbinden, in elkaar over te laten gaan.
Ze won diverse prijzen en publiceerde al in 2009, onder dezelfde titel, een eerste selectie uit haar oeuvre vanaf debuutjaar 1982. Ze was streng; zo nam ze uit haar eerste bundel maar één vers op. Daarentegen vonden twee recente bundels integraal een plek. Knibbes gedichten zijn regelmatig strofisch opgebouwd. De zegging is eenvoudig en gelardeerd met een meestal uitgesponnen beeldspraak. Daardoor ontstaan behalve parallelle verhalen ook meerdere betekenislagen.


Staarblind ben ik nu, maar
voorbij elke regel en zin zie ik
van binnen dingen die niet willen
wijken, gezichten die komen bovendrijven
om te bestaan in mij.


Contrasten (wijken-komen bovendrijven), homoniemen (zin) en enjambementen (voorbij, wijken) zijn veelvuldig gebruikte instrumenten, evenals personificaties.

‘Oogsteen’ bevat werk dat ook mensen kan aanspreken die niet veel met poëzie ophebben.



Geschreven in opdracht van NBD/Biblion, november 2016


www.alberthagenaars.nl


Klik hier voor lange kritieken, gepubliceerd op De Verborgen Hoek